Bonaventura Lyceum in het jaar 1966.
Volgens kenners een heel bijzonder jaar, midden in de sixties en nu in de hoofdrol met een totaal gerenoveerd gebouw; het Bonaventura Lyceum aan de Mariënpoelstraat in Leiden.
Het was een tijd waarin paters/broeders nog voor de klas stonden en het krijt aan hun pij afveegden.
De absolute macht van juffrouw Annie over haar kantine waar een losse sigaret 5 ct. kostte. “Doe er ook maar een penniewafel bij”, juffrouw Annie !
Conciërge Gilein in zijn grijze stofjas met als hulp dhr. Onderwater.
Met orde en tucht, die werd afgedwongen door de scherpe blik van Pater Prefect.
De verplichte schoolmis en de eerste meisjes in het jongens bolwerk. In de pauze zat het vrouwelijk schoon gecontroleerd opgeborgen in hun eigen hokje. Wisten die paters veel wat ze daar uitspookten.
Vlak voor de Mammoet. De brugklas heette toen nog gewoon het eerste leerjaar van het Lyceum. Daarna naar de HBS of het Gymnasium met na de derde klas de boekhouders gescheiden van de fietsenmakers.
In het examenjaar de ultieme vrijheid van de kleine kantine. Af en toe omgebouwd tot een mini sporthal door de schuifwanden open te zetten.
En altijd maar basketbal, basketbal en nog eens basketbal. En daar stond je dan met je 1 meter 62. Na afloop de verplichte voetwassing. Overgehouden van het Witte Donderdag ritueel ?
Twee keer per week naar de schoolmis in de kapel, maar daar kwam toen al behoorlijk de klad in.
De leraren van toen zoals de Mof, Gijs, Eppie, Mina, Joosten, Jantje, Ollie en Blub. Alles onder de stoïcijnse bezieling van Pater Rector, Boedda dus !
Na school nog even een ijsje bij Piet. Op zijn vaste plek vooraan in de straat.
Een heel bijzondere ijscoman die in zijn kar niet alleen het ijs koel hield.
Een bijzondere school in een bijzondere tijd, de Bona !
De start van het Bonaventura college in Leiden
Hoe het in minder dan een half jaar gelukt is in Leiden een R.K. HBS voor jongens op te richten.
Op maandag 19 september 1927 vond de officiële opening plaats van de R.K. Hoogere Burgerschool Sint-Bonaventura te Leiden. De officiële opening werd vooraf gegaan door een plechtige gezongen Hoogmis in de Kloosterkerk aan de Haagweg ( de voormalige Leonarduskerk),
waarna de kerkelijk inzegening volgde van het gebouw aan het Noordeindsplein 10a, de deels leegstaande Zeevaartschool.
Leiden kreeg een RK. School voor jongens en dat ging niet zonder slag of stoot.
Hieronder een kort overzicht van de ontstaansgeschiedenis van het Bonaventura College.
In 1905 was er in Katwijk een HBS opleiding gestart samen met het door Jezuïeten geleide Gymnasium. Destijds alleen voor jongens in de vorm van een internaat met de naam het St.-Willibrordcollege en met name bedoeld voor kinderen van de katholieke “betere stand”.
In 1927 werd bekend gemaakt dat deze Katwijkse HBS / gymnasiumopleiding zou worden verplaatst naar Den Haag en ondergebracht in het bestaande St-Aloysiuscollege aldaar. Daar draaide al enige jaren een goede HBS opleiding voor jongens.
Om de R.K. HBS voor Leiden te behouden en de hieraan gekoppelde rijkssubsidie niet te verliezen werd onder aanvoering van de Deken van Leiden, Dessens geprobeerd om de HBS opleiding samen met het internaat in Katwijk te behouden. Men besloot met de pastoors van de parochies in Leiden en omgeving de belangstelling te peilen voor een HBS in Leiden. Tevens werd overlegd met de rector van het internaat om de school in Katwijk te behouden waarbij de leerlingen uit Leiden dan extern zouden zijn. Dit plan werd door Katwijk afgewezen omdat in het ergste geval om de zaak dan draaiende te houden wellicht anders denkenden uit Katwijk zouden moeten worden toegelaten. Plan B kwam uit de kast met een nieuwe voorman. De bejaarde deken hield er mee op en pastoor Beukers van de St. Petrusparochie nam nu het voortouw. Er werd ingezet op een 1e klas in Leiden en de rest zou voorlopig in Katwijk blijven.
De na een oproep in de katholieke kerken ingeschreven nieuwe leerlingen voor de eerste klas kwamen voornamelijk uit Leiden. Inmiddels waren de Jezuïeten afgehaakt bij een poging in Leiden met een nieuwe school te starten. Door bemiddeling van de Willibrord-Stichting lukte het daarna de Provinciaal der paters Franciscanen zo ver te krijgen de leiding van de “ nog toekomstige eerste Leidse R.K. HBS ” op zich te nemen.
Het schoolgebouw dat men in mei 1927 op het oog had was het gebouw van de Zeevaartschool aan het Noordeinde. Een gebouw uit 1878 waarin de opleiding werd verzorgd tot leerling-officier bij de Koninklijke Marine.
De tijd ging dringen; uit alle macht probeert men de nieuwe school in Leiden nog voor het begin van het schooljaar ( half september) van de grond te krijgen. Op 14 juli zijn de jezuïeten in Katwijk alsnog bereid met de nodige bezwaren en voorwaarden om extern de 15 aangemelde leerlingen voor Leiden in Katwijk te laten beginnen. Maar dit dagelijks heen en weer pendelen van de jongens van Leiden naar Katwijk vond men zelfs op het ministerie minder gewenst en stukje bij beetje kwam Leiden toch nog in zicht .
Op 8 augustus 1927 kwam onverwacht het bericht dat op korte termijn het gebouw in Katwijk zou worden verkocht. Voor de minister was er geen weg terug. Op 10 augustus stemde de toenmalige minister er dan ook mee in dat een deel van de zeevaartschool kon worden gehuurd onder de strikte voorwaarde dat de hiermee gepaard gaande kosten niet de kosten van de huur van de lokalen in Katwijk mochten overschrijden.
Op zondag 4 september 1927 werd in alle Rooms Katholieke kerken tijdens de preek mededeling gedaan van de oprichting van Bonaventura en werd naar Rooms gebruik geld gevraagd ter ondersteuning van de realisatie van de plannen.
Men ging aan de slag. Pater de Goede O.F.M werd directeur van de Bona.
Echter er was nog geen gebouw, er waren geen leraren en geen leerlingen. En de school moest medio september starten.
Het leegstaande gebouw van de Zeevaartschool had 9 lokalen en alles verkeerde daar in uitstekende staat van onderhoud. Na wat geruzie over de huur en het dreigement ergens anders dan wel huisvesting te vinden werd men het uiteindelijk toch eens.
De huurprijs zou worden afgemaakt voor een periode van zes jaar op 3600 gulden per jaar.
Men zou er zes jaar blijven.
In 1933 verhuisde de school naar een nieuw gebouw aan de Mariënpoelstraat.
Leraren werden voor een deel overgenomen uit Katwijk en kwamen van heinde en verre. Voor godsdienst, plant- en dierkunde en geschiedenis werden paters Franciscanen aangesteld; voor de leken waren er 5 lesuren Frans, 2 uur tekenen , 4 uur Nederlands, 6 uur wiskunde en Duits , aardrijkskunde en lichamelijke opvoeding te vergeven.
In de pastorie van de Hartebrug aan de Haarlemmerstraat kon men op zondag 4 september van 3 tot 5 uur en op maandag 5 september van 10 tot 12 uur zich opgeven als leerling. Er waren in verband met de korte tijd waarin alles geregeld moest worden geen toelatingsexamens. De leeftijd van de leerlingen in de eerste klas varieerde van 12 tot 15 jaar; het overgrote deel kwam uit Leiden. Het aantal aanmeldingen van katholieke jongens bij de gemeentelijke HBS was inmiddels gereduceerd tot nul!
In minder dan een half jaar was het gelukt een katholieke jongens HBS op te richten. Een uitzonderlijke prestatie waarin niet de leken maar juist de clerus de hoofdrol speelde.
Pas in de zestiger jaren van de vorige eeuw zouden de meisjes hun entree doen op de R.K. HBS Sint Bonaventura. Maar daarover later meer.
(Bron: gedenkboek Bonaventura door H. van Woerden.)
Uitbreiding van de school in 1954.
De kop van de gevel zal worden gesloopt om het gebouw goed te laten aansluiten op de nieuwbouw.
De fietsenkelder is al uitgegraven.
Pas benoemd rector Geurts was veelvuldig op de bouw te bekennen.
Zijn nieuwe kamer kwam er aan !